De tuinboon (Vicia faba) is een peulvrucht uit de familie van de vlinderbloemigen (Fabaceae). Ze wordt al duizenden jaren geteeld en heeft een lange geschiedenis in verschillende culturen wereldwijd.
Het is een eenjarige plant met een rechtopstaande stengel die een hoogte van ongeveer 1 tot 1,5 meter kan bereiken. De bladeren zijn samengesteld uit meerdere deelblaadjes en de plant produceert mooie witte of paarse bloemen die in trossen zijn gegroepeerd.
De tuinbonen werden voor het eerst geteeld in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en verspreidden zich vervolgens naar andere regio’s, waaronder Europa, Azië en Amerika. Ze zijn vaak verbonden met specifieke culinaire tradities, zoals de cassoulet in Frankrijk.
Tuinbonen zijn gewaardeerd om hun vermogen om atmosferische stikstof vast te leggen in de bodem dankzij bacteriële knobbeltjes op hun wortels. Dit maakt ze tot een nuttige teelt voor het verrijken van de bodem en voor wisselteelt.
Ze kunnen zowel vers als gedroogd worden gegeten. De verse peulen bevatten kleine, groene en zachte zaden, terwijl gedroogde bonen moeten worden geweekt en gekookt voordat ze worden gegeten. Ze zijn veelzijdig in de keuken en kunnen worden gebruikt in een verscheidenheid aan gerechten, van soepen en stoofschotels tot salades en puree.
Zaaien van tuinbonen
Zaai van februari tot april direct op de plaats, in groepjes van 2-3 zaden, om de 15 cm, in rijen met een onderlinge afstand van 45 cm en op een diepte van 3-4 cm. Een herfstzaai (oktober-november) is ook mogelijk in regio's met zachte winters of onder tunnel (beschut tegen strenge vorst).
Teelt van tuinbonen
- Zorg voor een frisse, rijke bodem.
- Aanaarden wanneer de stengels 15 cm hoog zijn.
- Regelmatig schoffelen.
- Regelmatig water geven om de bodem vochtig te houden.
- Om de vorming van peulen te versnellen, de opbrengst te verhogen en bladluizen te voorkomen, knijp de planten boven de 5e of 6e bloemengroep af.
Oogsten van tuinbonen
De tuinboon wordt ongeveer 3 maanden na het zaaien geoogst (van juni tot augustus). De bonen kunnen worden geoogst als ze nog jong en mals zijn of als ze droog zijn (de peul is dan zwart). Gedroogde bonen kunnen lang worden bewaard in een droge, goed afgesloten pot.
Ziekten en plagen
De tuinboon is gevoelig voor aanvallen van de bonenkever (leg de zaden 24 uur in de vriezer voor het zaaien bij twijfel), bladluizen (plant Oost-Indische kers of bonenkruid in de buurt en behandel met zwarte zeep bij aantasting) en roest (bespuit preventief met een heermoesgier of een mix (Pur'Mel3)).
Combinatieteelt van tuinbonen in de moestuin
De tuinboon fixeert en absorbeert stikstof, waardoor je ze kunt combineren met planten die veel stikstof nodig hebben (zoals kool, aardappelen, maïs).
Bonenkruid en Oost-Indische kers die in de buurt worden geplant, houden bladluizen op afstand.
Gezondheidsvoordelen van tuinbonen
Tuinbonen zijn rijk aan plantaardige eiwitten, voedingsvezels, vitamines (zoals vitamine K, vitamine C, vitamine B6 en foliumzuur) en mineralen (zoals ijzer, magnesium en kalium).
Tips en trucs van Semailles
De beste tuinboongerechten worden bereid met jonge, maar goed gevormde bonen, wanneer de peul nog groen is en van binnen als met een dons bedekt.