Er zijn verschillende soorten bonen en het kan soms moeilijk zijn om ze uit elkaar te houden. Stambonen (dwergbonen/struikbonen), stokbonen, droogbonen... er is voor elk wat wils. Hier zijn de belangrijkste soorten bonen en hun belangrijkste kenmerken om u te helpen bij het maken van uw keuze :
De stamboon
De stamboon wordt niet hoger dan 60 cm. Hij is gemakkelijker te planten dan de stokboon, maar vereist meer ruimte en biedt een lagere opbrengst.
De stamslaboon "Mangetout"
Een bonensoort die groene, paarse of gele peulen produceert die korter en iets dunner zijn dan snijbonen. Ze nemen de draad niet op. Voorbeeld : La Victoire, Koning der Belgen, Maxi,...
De "Fijne" stamslaboon (of prinssesboon)
De variëteiten in deze categorie hebben een bossige groeiwijze en lange, dunne, groene peulen.
De oude variëteiten, zoals de Haricot Fin de Bagnol, vangen de draad zodra de boon zich vormt. Deze rassen zijn niettemin zeer populair vanwege hun smaakkwaliteit, hoewel ze speciale aandacht en regelmatige oogst vereisen.
Bij de recentere rassen is er selectiewerk verricht en de rassen hebben geen draad meer, zelfs niet wanneer de korrel gevormd is. Voorbeeld: Argus, Cupidon,...
De stamdroogboon
Een bonensoort waarvan de peulen snel een perkament vormen. Ze worden geteeld voor hun bonen (tenzij ze heel jong worden geoogst) die vers, halfdroog of droog worden gegeten. Voorbeeld : Borlotto, ...
De stokboon
De staakboon is een klimmende bonensoort. Ze nemen minder ruimte in beslag dan struikbonen en bieden een betere opbrengst. Ze moeten echter ondersteund worden door palen van ongeveer 2 meter hoog.
Stokslaboon
Een bonenras dat vrij grote, korte, groene of gele peulen produceert die de draad niet nemen. Voorbeeld : Neckargold, Neckarkönigin,...
Stokdroogboon
Een bonensoort die geteeld wordt voor zijn bonen. Ze worden in één keer geoogst, wanneer de peulen droog of broos zijn.
Voorbeld : Orteil de Prêcheur
Verschillende kleuren, verschillende smaken
Er bestaan heel veel verschillende kleuren in de familie van de bonen, elk met hun eigen specifieke smaak.
Slabonen (mangetout)
Bij de sla bonen (mangetout) vind je voornamelijk bonen met groene, gele of paarse peulen.
- Groene sla bonen: Groene sla bonen hebben een eerder milde, frisse en kruidige smaak en kunnen min of meer knapperig zijn, afhankelijk van de variëteit en vooral de kooktijd. Zoals alle bonen worden ze gekookt gegeten, maar ze kunnen zowel warm als koud worden gegeten.
- Gele sla bonen of boterbonen: Gele of boterbonen zijn iets minder bitter dan groene bonen en hebben een meer delicate smaak met een lichte nootachtige ondertoon. Hun textuur is vergelijkbaar met die van groene bonen.
- Paarse sla bonen: Paarse sla bonen zijn iets zoeter en aardsere dan groene bonen. Hun textuur is vergelijkbaar met die van groene bonen. Let op dat ze hun mooie paarse kleur verliezen bij het koken.
Droogbonen
Er bestaan zeer veel verschillende kleuren in de familie van de droogbonen: wit, groen, bruin, tweekleurig, zwart, enz. en elke soort heeft zijn eigen specifieke smaak. Enkele van de meest klassieke variëteiten zijn:
- Zwarte bonen: Rijke en licht zoete smaak met tonen van paddenstoelen en koffie. Hun textuur is romig van binnen maar ze behouden een zekere stevigheid aan de buitenkant.
- Rode bonen: Aardse en licht zoete smaak, met een zekere diepte van smaak. Ze zijn stevig en vlezig, perfect voor stoofschotels.
- Witte boon uit Vlaanderen: Zoete en licht zoete smaak, met een zekere subtiliteit die hem aangenaam maakt. Een lichte nootachtige ondertoon voegt diepte toe aan zijn natuurlijke zoetheid. Bij het koken ontwikkelt hij een romige textuur die zowel zacht als smeltend is, terwijl hij toch een vrij stevige buitenkant behoudt, wat hem ideaal maakt voor stoofschotels.
- Borlotti bonen: Zachte smaak met een nootachtige ondertoon. Ze zijn romig van binnen en worden vaak gebruikt in Italiaanse gerechten.
- Coco de la Meuse bonen: Zachte en subtiele smaak, die zich onderscheidt door zijn delicate en aangename karakter. Ze hebben een lichte boterachtige smaak, naast een subtiele nootachtige ondertoon, die hun smaakprofiel verrijkt en ze smakelijk maakt. Als ze goed gekookt zijn, worden Coco de la Meuse bonen zeer romig en smeltend, wat zorgt voor een romige textuur die goed samengaat met verschillende gerechten. Ze behouden echter een goede stevigheid bij het koken.